Het Château Fort, de trotse burcht van Godfried van Bouillon, torende hoog uit boven het nietige stadje in de Ardennen dat zijn naam draagt. Ik stond op de transen en keek uit over de glinsterende rivier beneden mij. Hier was ik dan, een jongen uit de verre Zaanstreek, in een Middeleeuws kasteel waar Godfried had gewoond, over wie we op school geschiedenisles hadden gehad. Naast mij: mijn Waalse vriend Jean-Marie, met wie ik in het Frans converseerde. Het was 1960 en nog altijd vraag ik me af waar hij sindsdien is gebleven.